De vernieuwing was nodig omdat de veenlaag in de ondergrond op Linkeroever de sporen al enige tijd parten speelde. Het veen, dat op een diepte van zo’n vijf meter zit, zorgt voor instabiliteit in de ondergrond. De oorspronkelijke trambaan is aangelegd op een dikke laag beton. In de loop der jaren bleek dat ook dit niet opgewassen was tegen de instabilteit die de veenlaag veroorzaakt, met verzakkingen van het spoor tot gevolg. Om dit probleem op te vangen, werd gekozen voor de aanleg van een paalfundering in combinatie met een matrasfundering. Meer dan 2.000 funderingspalen met een lengte van zo’n 8 à 11 meter werden in de grond geheid. Daar werden ook nog eens 150 prefabpalen van dezelfde lengte aan toegevoegd. Samen vormen ze een soort ondergrondse brug voor de trambaan. Daar bovenop werd een matrasfundering aangelegd bestaande uit verschillende lagen steenslag en geogrid.
Dit zorgt voor:
verbeterde stabiliteit: de combinatie biedt extra stabiliteit doordat de matras de krachten verdeelt en de palen de belasting naar stabiele grondlagen overbrengen.
vermindering van paalbelasting: door de belasting eerst te verdelen via de matrasfundering, worden de palen minder zwaar belast.
beter zettingsbeheersing: de combinatie kan differentiële zettingen verminderen, omdat de matras de lasten egaliseert voordat ze op de palen worden overgedragen.
Het nieuwe tramtracé werd aangelegd parallel aangelegd aan de oude infrastructuur. Tijdens een ombouwweekend werd het nieuwe spoor aangesloten op het bestaande tracé, zowel aan de Halewijnlaan als aan de keerlus P&R Linkeroever. Naast het aansluiten van de tramsporen, werde eveneens de bovenleiding over een lengte van 400 meter geïnstalleerd, evenals de voedingskabels, sein- en beveiligingssystemen. Daarna werd de oude trambaan afgebroken om ingericht te worden als een groenzone.